Vaccinaties


Een pasgeboren pup krijgt via de moedermelk alles wat hij nodig heeft. Bouwstoffen om te groeien, maar ook afweerstoffen om hem in de eerste weken te beschermen tegen ziekteverwekkers.
Op de leeftijd van 6 weken beginnen de antistoffen uit de moedermelk hun werking te verliezen en zijn pups vatbaarder voor infectieziekten.
Bij een vaccinatie wordt een kleine hoeveelheid verzwakte
ziekteverwekker (dood of levend) geinjecteerd. Dit stimuleert het afweersysteem om zelf antistoffen tegen deze verwekker te maken. Door herhaling van de vaccinatie ontstaat een imuun respons welke langer aanhoudt.

Algemeen klinisch onderzoek
VaccinatiesVoorafgaand aan de vaccinatie zal de dierenarts een uitgebreid onderzoek doen want zieke of zwakke dieren mogen niet gevaccineerd worden.
Allereerst wordt er gelet op de algemene indruk die uw hond maakt: attentie dier, houding en gang, voedings- en verzorgingstoestand en in het oog springende klinische afwijkingen.
Dan volgt er een onderzoek naar de ademhaling, de polsslag, lichaamstemperatuur, huid, beharing, nagels, gebit, slijmvliezen (oog, oor, bek) en de lymfeknopen.
Al deze punten tezamen zeggen iets over de gezondheidstoestand van de organen van uw hond. Is uw hond gezond dan kan er gevaccineerd worden. Wanneer specifieke organen minder functioneren dan kan er verder onderzoek gedaan worden.
In overleg wordt bepaald welke vaccinaties er nodig zijn per individuele patient.

Vaccinatieschema


Op de leeftijd van 6 weken krijgen pups hun eerste vaccinatie. Ze drinken nu nog vaak bij de moeder, maar de effectiviteit van de antistoffen in de moedermelk begint af te nemen.
De eerste vaccinatie bevat in ieder geval Parvo en Hondenziekte.
Met 8 weken leeftijd krijgt de pup de eerste cocktailvaccinatie. Deze bestaat uit Hondenziekte, Parvo, Leptospirose, Parainfluenza en Leverziekte . In ieder geval na 3-4 weken en als de hond een jaar oud is, wordt deze cocktailenting herhaald.

Volwassen honden krijgen jaarlijks een vaccinatie tegen de ziekte van Weil (Leptospirose) en indien nodig Parainfluenza. Iedere 3 jaar herhalen we de cocktail vaccinatie.

Hondenziekte Zenuwverschijnselen, braken, diarree, longontsteking.
Parvo Hevige, bloederige diarree, uitdroging, sterfte.
Hepatitis Leverziekte, koorts, bloedingen, braken
Parainfluenza Griepverschijnselen, koorts, verkouden, hoest
Adeno Koorts, hersenverschijnselen, stollingsstoornis, sterfte.
Leptospirose Geelzucht, koorts, spierpijn, hersenverschijnselen. Wordt overgebracht door de urine van ratten. Een risico bij zwemmen, drinken uit regenplassen, snuffelen in gras.
Voor meer informatie, zie Leptospirose.

Logeren in een kennel
Naast de bovenstaande vaccinaties is Kennelhoest vaak verplicht. Informeer dit bijtijds bij uw kennel. Deze neusdruppelenting wordt apart gegeven.
De verschijnselen zijn koorts en harde droge hoest. Kennelhoest kan ook opgelopen worden op plaatsen waar veel honden samenkomen. Denk daarbij bijvoorbeeld ook aan de uitlaatservice.

Reizen naar het buitenland
Voor reizen naar het buitenland behoort de hond ook gevaccineerd te worden tegen Rabiës.
De Rabiësvaccinatie is drie jaar geldig (binnen de EU) en kan vanaf de leeftijd van 3 maanden worden gegeven. Er is geen remedie tegen dit virus, niet anders dan preventief vaccineren.
Het Rabiësvirus veroorzaakt gedragsverandering: de hond wordt agressief (zal bijten) en heeft de neiging om te gaan zwerven. Zo wordt de ziekte verspreid. Rabiës is een zoönose en dus overdraagbaar van dier op mens. Ook het stinkdier, de wasbeer en de vleermuis kunnen het virus bij zich dragen.